Bij Sterker Ouderenwerk zijn momenteel meer dan 300 vrijwilligers actief. De hulp van deze vrijwilligers maakt ontzettend veel mogelijk voor inwoners. Zo ook vrijwilliger Ewa van de boodschappenbus.
Als vrijwilliger gaat Ewa Wirstlein (45) al bijna een jaar twee keer per week op pad met de elektrische boodschappenbus. Hiermee haalt ze ouderen thuis op om samen de wekelijkse boodschappen te doen. “Het werk is hartstikke leuk en ook noodzakelijk.”
Drieëntwintig jaar geleden kwam Ewa vanuit Polen naar Nederland om voor een jaar als Au-pair te werken. Als student Tourist management reisde ze graag en wilde ze beter Engels leren spreken. Ewa kon niet weten dat ze in Nederland zou blijven voor de liefde. Met haar ex-man kreeg ze twee zoons die inmiddels zijn opgegroeid tot twintigers. Bij gebrek aan een betaalde baan, houdt Ewa zichzelf graag bezig met vrijwilligerswerk.
Noodzaak
Op de boodschappenbus is Ewa werkzaam als bijrijder en begeleider van een vast groepje ouderen. Het is een vrijwilligersdienst die volgens Ewa veel voor ouderen betekent: “Voor veel ouderen is het lastig om zelf naar de winkel te gaan, vanwege de afstand van hun huis naar de supermarkt.” Ook in de winkel komt Ewa’s ondersteuning goed van pas. “De ouderen vragen vaak om hulp als ze een product niet kunnen vinden of om even iets te lezen, zoals de houdbaarheidsdatum. Die is zelfs voor mij soms moeilijk om te zien”, lacht Ewa.
Ewa probeert een goede balans te vinden tussen dienstbaar zijn en de ouderen zelfstandig hun gang te laten gaan. “Als ik zie dat iemand een beetje in de war is probeer ik te helpen. Verder probeer ik het niet altijd te vragen. Ik wil behulpzaam zijn, maar niet vervelend.” Ewa heeft wel een tip voor supermarkten die het doen van boodschappen voor ouderen makkelijker zouden maken. “In de winkel moet een bankje zijn waar ze even kunnen zitten.”
Een sociaal uitje
De praktische functie van de boodschappenbus gaat hand in hand met het sociale aspect dat voor ouderen waardevol is. “Mensen zijn vaak alleen thuis en ze hebben het ten minste één keer per week nodig om onder de mensen te komen. Met iemand te kletsen”, vertelt Ewa. Als de boodschappen binnen zijn drinken de ouderen en vrijwilligers daarna vaak samen een kopje koffie in de winkel of bij het dichtstbijzijnde wijkcentrum. “Het is wat de mensen leuk vinden. Ik heb soms het gevoel dat ze wachten op het kletsen: sommige ouderen doen kleine boodschapjes.”
Ook Ewa geniet van het sociale aspect. “De ouderen spreken vaak hun waardering uit en we lachen veel.” Collega-vrijwilligers op de bus maken grapjes en ook de ouderen kennen zelfspot en hebben hun gevoel voor humor niet verloren. Onderwerpen als ‘hoe werkt de AVAN-taxi’ of ‘het mysterie van de verwisselde rollator’ komen aan de koffietafel langs.
Een klik tussen de ouderen en een prettige groepsdynamiek is volgens Ewa heel belangrijk. Ze houdt in de gaten of er niemand buiten de boot valt: “Ik probeer te zien wat er nodig is in de situatie. Als ik zie dat iemand zich een beetje alleen voelt probeer ik een gesprek te beginnen, of diegene bij het gesprek te betrekken”.
Zingeving
Ewa haalt veel voeldoening uit haar vrijwilligerswerk. “De mensen ontmoeten en complimenten van hen horen dat ze me nodig hebben, dat is het allerleukste.” Ook is Ewa enthousiast over de nieuwe scholingsmogelijkheden bij Sterker Ouderenwerk. Zoals de cursus vroegsignalering waarbij je leert letten op signalen van ouderen. Zodat we zo snel mogelijk de juiste ondersteuning kunnen bieden. “Ik kan er veel leren voor mezelf en mijn omgeving.”
In het verleden werkte Ewa onder andere bij de ZZG in de zorg. Ze hoopt in de toekomst weer voor langere tijd een betaalde baan te vinden. Tot die tijd maken de ouderen in Nijmegen dankbaar gebruik van haar inzet als vrijwilliger. Ewa staat zelfs te trappelen om meer vrijwilligerswerk te doen, want ze is onder andere gek op handwerk, zoals haken. Op de vraag of ze nog tips heeft voor ons, zegt Ewa eerst “nee”, maar dan schiet haar toch wat te binnen: “Mij helpen meer werkzaamheden te vinden, misschien bij de creatieve groep? Heel graag.” Daar kun je als organisatie alleen maar dankbaar gebruik van maken.